IN ÉÉN NAAM: ALLE
KINDEREN VAN
(over Cornelis Jan Seijnen 1838)
|
geboren: |
CORNELIS
JAN
was ook de naam van
zijn eerste kind. Hij werd maar 10,
toch |
1861 |
Ouder
dan zijn broertje
JACOB CORNELIS, die slechts 3 oud jaar
werd. |
1863 |
Reuze
blij waren ze met een meisje: MARGARETHA
DINA,
ze werd 84 en kreeg 8 kinderen. |
1865 |
Na
1½ jaar werd
JOHANNA
geboren, die haar zus met 2 jaar en 2
kinderen overtrof. |
1866 |
En
toen kwam de eerste tweeling:
JACOBUS, hij leefde maar 18
dagen, even |
1868 |
Later
gevolgd door
JAN ,
hij werd 76 jaar en kreeg minstens 13 kinderen. |
1868 |
In
1870 kwam weer een
JACOBUS, hij werd 35 jaar
en kreeg 3
kinderen. De volgende |
1870 |
Seijnen-telg
kreeg de naam
REINIER,
hij
werd 31 jaar en is overleden in het jaar van zijn huwelijk. |
1871 |
|
|
Jammer,
de volgende zoon was NOMEN
NESCIO,
hij kreeg niet eens een geboorteakte. |
1873 |
Anders
verging het JAN CORNELIS,
hij werd 41 maar bleef ongehuwd. Toen kwam |
1874 |
NICOLAAS,
het eerste kind bij zijn tweede vrouw. Die werd 66 en kreeg 4 kinderen. |
1875 |
|
|
Sneu
voor de eerste MARIA CORNELIA,
ze werd nog geen half jaar oud. |
1877 |
En
HENDRIK
kreeg alleen dochters, wel 8 ! hij werd 51 maar
kwam niet alleen, want hij werd |
1878 |
IJlings
gevolgd door tweelingbroer COERT,
die al na 3 maanden is overleden. |
1878 |
Na
twee jaar kwam er weer een MARIA
CORNELIA, ze werd 28 jaar en kreeg 4 kinderen. |
1880 |
En
de jongste zoon noemden ze
PIETER, hij werd
71 jaar en kreeg 13 kinderen. |
1882 |
Na
3 jaar kwam het laatste kind: JOHANNA
MARGARETHA,
ze werd 69 met 2 kinderen. |
1885 |
Bron:
Cornelis Jan Seijnen kreeg net zoveel kinderen als zijn naam lang is |
|
|
|
SEI(J)NEN
Zeg het op z'n plat Amsterdams:
"Noodseine sijne seine die seine as de
seine stuk sijne"
een oud Seijnen-gezegde
|
En nu nog een keer, maar dan heel
snel:
"De familie Seijnen zijnen seinen aan het
seinen, maar het zijnen noodseinen,
omdat de seinen waar de familie Seijnen anders de seinen mee seinen
kapot zijnen."
Toevoeging 2e rijmpje: Louis Nijman
van Maaskant Seijnen (1938) |
|
DE POOT VAN PIET
(over Piet Seijnen
1882)
|
Piet met z'n houten poot
aan de arm van zoon Henk Seijnen
|
Piet had een
zweertje aan zijn voet. "Ach, dat slijt wel....." Niet dus, het zweertje
nam de overhand (of liever voet) en kostte hem uiteindelijk zijn been.
Nadien was Piet "de man met de houten poot".
Hij lustte wel een
borreltje en ging vaak op zondag naar de kroeg. Zijn jongste zoon Nico
vond dat verschrikkelijk, want bij thuiskomst was hij niet altijd even
aangenaam. Dus bedacht hij een oplossing en hing de houten poot op aan
de muur, zo hoog dat zijn vader er niet bij kon. Zonder poot kon hij
niet lopen, dus ook niet naar de kroeg. Piet was laaiend: "Geef m'n poot
terug of ......" en ging zo erg tekeer dat Nico de poot er maar weer
vanaf haalde, beseffend dat een vader die niet naar de kroeg kan nog erger
is dan een vader die net uit de kroeg komt.
Bron: Nico Seijnen (1924) |
|
BOTER, MEFROUWTJE? BOTER, MUVVREUW?
(over Nico Seijnen
1875 en Piet Seijnen 1882)
De broers Nico
en Piet hadden een gouden gedachte om wat centen te verdienen: boter
verkopen. In de kelder
werd één groot vat neergezet, vol met "echte" boter. De verkoop ging
langs de deuren: "Boter, mefrouwtje?".
In Zuid woonden
de welgestelden, waarom zouden die niet meer mogen betalen? Dus werd de
boter in verschillende kleuren papier verpakt, met verschillende
prijskaartjes. De blauwe wikkel het duurst.
"De boter was
toch wel veel beter dan die van eerverleden week, muvvreuw?" werd er
gevraagd, nadat een klant de vorige week ervan was overtuigd beter het
blauwe pakje te kopen. "Ja zeker, doe mij maar weer een pakje van die
duurdere boter, je proeft werkelijk het verschil" antwoordde de dame.
Het was een
goudmijntje, maar de crisisjaren voor de oorlog brachten een einde aan
deze lucratieve handel.
Bron: Nico Seijnen (1924) en
anderen
Het verhaal gaat verder: |
|
HET
KIPPENHOK IN DE KELDER
(over Nico Seijnen 1875)
|
(vervolg)
Aangezien de boterhandel zo'n succes was en eieren ook wat zouden kunnen
opleveren, wilde Nico kippen gaan houden. Natuurlijk begin je dan met
een kippenhok. Alle materialen die hij nodig had sjouwde hij de smalle
keldertrap af. Na uren zagen, timmeren en zwoegen stond er een mooi
groot kippenhok. Vol trots liet hij het aan zijn broer Piet zien: "Maar
hoe k..k..k..krijgen we dat k..k..k..k..kippenhok nou uit de k..k..k..kelder?"
Voor als je het nog niet wist: Nico was
een stotteraar.
Bron: Bert van Raan
(1930) |
|
|
MUZIEK EN EEN FOTO OM BIJ WEG
TE DROMEN ...
(over Jallie Seijnen 1907)
Een knap stel samen.
Jallie op zijn viool, zij achter de piano. Samen maakten ze hele mooie
muziek. Dat deden ze |
|
vaak en ze waren goed op elkaar ingespeeld, dat
kon je duidelijk horen. Verder is er weinig bekend over dit muzikale
duo.
Jallie had MS (Multiple Sclerose) en stierf op 33-jarige leeftijd.
Van de pianiste is niets bekend, niet eens haar naam.
Wat overbleef is de herinnering aan hun prachtige muziek en
deze mooie foto.
Wie weet wie zij was en wat er van haar terecht is
gekomen? |
Jallie en zijn
pianiste |
|
FEESTGANGERS
(over Piet Seijnen
1882, Cornelis Jan Seijnen 1838,
Jan van den Tweel
1890 en Margie Seijnen 1894)
Piet tegen zijn
kleinzoon, die zijn verjaardag vierde: "Kom is hier knul, dan krijg je
een kwartje van opa". Het ventje stak zijn hand uit, opa greep hem beet
en drukte hem stevig. Het voelde warm en er droop iets langzaam tussen
zijn vingers door. Het was geen kwartje, maar een uitgekouwde natte
pruim! (nee, niet zo'n ding
dat aan een boom groeit, gewoon pruimtabak).
Nu kan je denken: wat
was die Piet een gemene vent, maar daar zullen velen het niet mee eens
zijn. Het was een hele gezellige kerel, altijd vrolijk en vol met
grapjes. Vooral bij de dames viel hij goed in de smaak. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat menig nichtje hem vroeg: "Oom Piet, kom je bij
mijn huwelijk getuigen?" En Piet, al pruimend, verscheen. Niet alleen om
te getuigen, maar ook om de boel wat op te vrolijken.
Het werd haast een
traditie om oom Piet te vragen, zelfs door sommige neefjes. Een traditie
die hij trouwens van zijn vader had overgenomen. In het begin gingen ze
ook samen. Als grootvader en oom trokken ze van bruiloft naar bruiloft.
Op woensdag 2 juli 1913 was het zelfs dubbel feest: neef Jan en nicht
Margie gingen trouwen, maar dus niet met elkaar.
Piet en zijn vader
gaven bij de getuigenis bij Jan keurig netjes naar waarheid hun gegevens
door: grootvader Cornelis Jan Seijnen,
timmerman, 75 jaar oud en oom Piet Seijnen, pakhuisknecht, 31 jaar oud.
Geen vuiltje aan de lucht. |
Vervolgens
trouwden er 6 andere stellen en deden vader en zoon een verjongingskuur,
waar mogelijk een borreltje aan te pas kwam.
Toen was Margie
aan de beurt. Piet en zijn vader gaven wederom hun gegevens door:
grootvader Cornelis Jan Seijnen, timmerman,
70 jaar oud en oom Pieter
Seijnen, loopknecht, 28 jaar oud.
Wie wilden ze
hiermee nu weer een poets bakken?
Zien of
de gemeenteambtenaar hun nog herkende?
Daar zullen we helaas nooit achter komen.
bronnen: Nico Seijnen
(1924) en gemeentearchief Amsterdam |
|
|
DE VLIEGENDE MOTOR
Leuk verhaal over opa
Seijnen... |
|
(over Nico Seijnen 1904)
|
Hij had een oude motor op zolder
staan die hij weer helemaal in elkaar gezet had. Geweldig maar dat ding
moest natuurlijk ook naar beneden want er moest op gereden worden. Dus
touw erom heen en aan de giek gehangen (je weet wel zo'n ding aan de
gevel waar je je huisraad aan op kan hijsen voor de verhuizing) beneden
twee kerels aan het touw en boven mijn opa die de motor zo van zolder
naar buiten reed.
Puntje bij paaltje
hingen de heren allemaal met motor op 1 hoog en moest de halve straat
uitlopen om hun weer veilig op de grond te krijgen...
Een bijdrage van Ester Seijnen (1969) |
|
ONZE FAMILIEGESCHIEDENIS
|
|
AAN DE DOOD ONTSNAPT
(over Henk Seijnen 1921, Nico Seijnen 1924 en
broers)
WO II. Veel hollandse jongens werden naar Duitsland getransporteerd om
te werken in de fabrieken. Zo ook de broers Fok, Henk, Wim en Nico
Seijnen. Fok ging naar Berlijn, de overige drie naar Kassel.
Nico en Henk moesten werken in een levensmiddelenfabriek. De productie
was voor het Duitse leger. In Kassel werden de goederen op de trein
gezet, die bracht alles naar het front.
Wat doe je als jonge Amsterdamse Seijnen in zo'n situatie? Die dooie rat
gaat in de gaarketel, een vieze ouwe sok gaat door de soep: 'Kracht voor
de Wehrmacht!'. Natuurlijk, het begint met kattekwaad en loopt uit op
sabotage.
De broertjes zouden de hongerige Duitse soldaten wel eens een verrassing
bezorgen: een trein vol levensmiddelen, waarvan helemaal niets eetbaar.
Wat je niet allemaal kunt verknoeien aan eten... Eenmaal aan het front
zou toch niemand meer de daders kunnen vinden.
Ze deden het bijna in hun broek toen de trein, die enkele uren geleden
was vertrokken, weer terug kwam! De spoorbaan was vernield en voorlopig
was er geen treinverkeer mogelijk. Wat nu? Als de goederen in Kassel
weer werden uitgepakt, was het niet moeilijk achter de daders te komen!
Wat zou er met ze gebeuren?
's Avonds ging het luchtalarm. Iedereen moest de schuilkelders in. In de
schuilkelder was het benauwd en klam. Te veel stinkende mensen in een
kleine ruimte. Huilende baby's, angstige moeders. Wie weet hoe lang ze
er nog moesten blijven. Nico kreeg het wel heel erg
|
|
benauwd en
zei tegen broer Henk: "Kom, laten we gaan. Hier heb ik het gevoel dat ik
dood ga."
*
Diezelfde nacht, van 22 op 23 oktober 1943, werd Kassel door de RAF
platgebombardeerd. Nico en Henk bekeken alles vanaf een huis dat
wonderlijk genoeg overeind bleef.
Van de gehate levensmiddelenfabriek bleef niets over, de gevreesde trein
werd met inhoud en al weggevaagd.
De schuilkelder die ze hadden verlaten werd bedolven onder het puin. De
mensen zaten als ratten in de val, niemand kwam er levend uit.
|
In totaal vielen ca 10.000 doden, de stad brandde 7 dagen, 95% van de
binnenstad werd verwoest. Het duurde weken voordat alle lichamen uit de
straten en schuilkelders waren geborgen. Het was een hel op aarde,
maar... de broers bleven ongedeerd.
*
Noot: Nico geloofde stellig dat zijn moeder, die overleed toen hij ruim
3 maanden oud was, hem altijd als een engeltje beschermde en hem veilig
door het leven loodste. Waarschijnlijk had zij hem ingefluisterd de
kelder te verlaten.
Foto: Kassel na
het bombardement
Bronnen: Nico Seijnen (1924), Nico Seynen (1947) en de encyclopedie
Het verhaal gaat verder: |
|
WAAROM SEYNEN EN GEEN SEIJNEN?
(over Henk Seijnen
1921, Nico Seijnen 1924
|
(vervolg) |
en Nico Seynen
1947)
|
Toen Nico
terug ging naar zijn onderkomen om te kijken of er nog iets van zijn
spullen over was, vond hij tussen de puinhopen alleen de metalen
sluitingen van zijn koffer. Hij had dus helemaal niets meer (zal ook
niet veel geweest zijn). Broer Henk zal het niet veel anders zijn vergaan.
Er was
niks meer over van Kassel, maar ook niets meer te doen, dus moesten de
broers weg. Ze werden geplaatst in het stadje Gerabronn, een eind
zuidelijk van Würzburg. Daar stond een fabriek voor voorgefabriceerde
etenswaren, zoals soep en noedels van de firma Schüle Hohenlohe. |
Nico en
Henk werkten in de productie van die fabriek en werden samen met de
anderen die te werk gesteld waren in de fabriek ondergebracht in
barakken aan de rand van het stadje.
Op het
kantoor van de fabriek werkte Lina Keim. Iets wat Henk al snel was
opgevallen.
Een
relatie tussen een Nederlandse arbeider en een Duitse
kantoormedewerkster was nog wel wat precair en ook moeder Keim werkte in
de fabriek. Toch lukte het Henk om buiten de fabriek om met Lina af te
spreken en er bloeide iets moois op.
Zo mooi dat na het einde van de oorlog Henk
niet met zijn broer terugkeerde naar Amsterdam*, |
|
|
maar in Gerabronn bleef: bij zijn Lina.
Henk vroeg Lina ten huwelijk. Maar Lina was evangelisch en Henk niet. Volgens
de Gerabronner familietraditie moest er echter wel in de evangelische
kerk getrouwd worden. Henk, als brutale Amsterdammer, zei gewoon dat hij
ook evangelisch was. Dat was overigens zo kort na de oorlog toch niet te
controleren. |
|
In 1947 werd hun
eerste zoon geboren: Nico, genoemd naar zijn oom. Henk had zijn broer toen al meer dan twee
jaar niet gezien, ondanks dat ze daarvoor samen heel wat hadden
meegemaakt.
Hij deed
natuurlijk aangifte van de geboorte bij de burgerlijke stand in het
raadhuis van Gerabronn. De ambtenaar kende natuurlijk de Nederlandse
lange IJ niet. Maar, die zit wel in de naam Seijnen. Henk gaf daar als
alternatief de Ypsilon op, in plaats van de losse I en J. Zo kwam de net
geboren Nico officieel in het register als Nicolaas Seynen: het gevolg
van een taalkundig cultuurverschil tussen Nederland en Duitsland.
Een jaar
na Nico’s geboorte verhuisde het gezin naar Amsterdam. Daar werd ook
zoon Henk jr. geboren, maar wel met zijn achternaam op de
oorspronkelijke wijze geschreven natuurlijk. |
Bij zijn
huwelijk is het aan Nico nog aangeboden om deze schrijffout officieel te
herstellen in zijn naam. Hij heeft echter van het aanbod geen gebruik
gemaakt. Daarom heten ook zijn kinderen Seynen en geen Seijnen.
Foto's uit Gerabronn: 1) Henk Seijnen,
2) Henk en Lina Seijnen met Nico Seynen
Een bijdrage van Dennis Seynen
*
Het verhaal gaat verder: |
|
BIJ DE MARINE
(over Nico Seijnen 1924)
|
|
Zorreg, dat je d'r bij
komt, bij de marine, bij de marine.
Zorreg, dat je d'r bij
komt, bij de marine moet je zijn.
Het is gezond voor je lijf en je leden,
Bij de marine is d'r
niemand ontevreden.
Zorreg, dat je d'r bij
komt, bij de marine
etc...
etc... |
|
(vervolg)
De oorlog was voorbij. Nico,
inmiddels 20 jaar oud, keerde terug naar Amsterdam, zonder broer Henk.
Hij was nog niet in militaire dienst geweest, dus kreeg waarschijnlijk
nog een
|
oproep. Wie weet wat hem dan weer boven het hoofd hing, misschien
stuurden ze hem wel naar Indië...
Gelukkig was er een uitkomst: de MARINE. Hollandse mariniers gingen naar
Amerika en kregen een gedegen opleiding. Hij meldde zich aan als
vrijwilliger, ruim een maand later kreeg hij te horen dat zijn vertrek
naar Washington DC was uitgesteld. Daar bleef het bij. Was hij er
ingeluisd? Waarschijnlijk wel ...
|
|
|
Op 4 mei 1946 vertrok hij naar Soerabaja. Dus toch naar Indië!
*
Hij repareerde en bouwde bruggen, waarbij de kogels soms over zijn hoofd
suisden. Maar als er nergens een brug nodig was, verveelde hij zich te
pletter. Gelukkig bezat het land veel schoonheden, waaronder ook dames.
De ene deed zijn was, de andere zorgde voor verse eieren (hij werkte er
wel 70 weg in drie dagen!), weer een andere wist de weg naar goedkope
sigaretten. En zo kende hij er nog een paar.
|
Wat ook hielp tegen verveling en heimwee was de
mail. Talloze brieven werden geschreven en ontvangen. Apetrots was hij
toen er een brief kwam uit Duitsland van broer Henk, met een foto er bij
van z'n nieuwe naamgenoot: neefje Nico Seynen!
Het ergste wat hem overkwam
was malaria. Hij woog nog maar 55 kilo, |
|
maar toen hij weer trek kreeg at
hij wel 2 gebraden kippen! (Voor wie de Indische kip niet kent: ze
lijken op een uitgerekt kuiken en passen makkelijk met z'n tweeën in 1
Hollandse kip).
Tijdens zijn herstel bezocht
Nico vaak het nabijgelegen zwembad, waar hij BIJNA leerde zwemmen: "Nog
even doorzetten en ik kan het!" Toen werd hij door de dokter ontslagen.
Bij terugkomst wachtte hem
een onaangename verrassing: hij werd
bijna voor de krijgsraad geworpen als deserteur! Weken lang lag hij in
een hospitaal, ergens ver weg in de bergen. Niemand had hem ziek gemeld,
maar hij werd wel vermist. Na enig geharrewar kon gelukkig alles worden rechtgezet.
Plotseling kwam het bericht dat hij naar huis
mocht. NAAR HUIS! Op 31 maart 1948 vetrok hij, een maand later was hij
thuis. Van nu af geen buitenlandse avonturen meer, daar had hij schoon
genoeg van. Dus nam hij ontslag bij de marine en bleef in Amsterdam.
Ook als ex-marinier heeft hij nooit kunnen
zwemmen, de malaria-aanvallen keerden van tijd tot tijd terug.
*
Deze Nico Seijnen was trouwens niet de eerste die naar Indië ging. Een
halve eeuw daarvoor verbleef zijn oom
Nico Seijnen er ook enkele
jaren.
Foto's: marinier
Nico Seijnen (2x) en de
foto uit Duitsland
met Nico Seynen
Bron: Nico Seijnen (1924) |
|
SEIJNENS IN AMSTERDAM
|
De eerste Seijnens kwamen eind jaren 30 (maar
dan wel van de 19e eeuw) in Amsterdam aan. Het waren Cornelius Seijnen
met zijn vrouw en drie dochters. Amsterdam bestond toen uit wat we
tegenwoordig de binnenstad noemen: het gebied dat omsloten wordt door de
Nassaukade, Stadhouderskade en Mauritskade. Midden in deze kleine oude
stad werd in 1838 onze stamvader Cornelis Jan geboren.
Al snel verhuisde het gezin naar de westrand
van de stad, net buiten de oude stadspoort aan de Buitensingel, later de
Singelgracht genoemd. |
grijs: 1850
zwart: 1950
|
Cornelis Jan woonde de rest van zijn leven in
Amsterdam-West, hoewel hij daarbinnen vaak verhuisde. Ook een groot deel
van zijn kinderen bleef later in het westelijke stadsdeel wonen.
Als de stad zich westwaarts uitbreidde,
trokken de Seijnens mee naar het westen.
Daarna verspreidde het groeiend aantal
Seijnens zich over de hele stad, doch het westen |
Amsterdam in 2000 |
bleef het zwaartepunt. Enkelen vertrokken,
soms wel zo ver als Canada.
De stad had intussen verschillende malen haar
grenzen verlegd, het grondgebied werd alsmaar groter. Toen verlegden ook
de Seijnens hun grenzen en verhuisden
naar Almere/Lelystad, richting Purmerend/Hoorn of elders. Dit gedrag
is niet echt typerend voor de familie Seijnen, het valt geheel binnen
het patroon van de Amsterdamse bevolking. Maar het aantal Seijnens dat
in Amsterdam achterbleef werd alsmaar kleiner. |
Het is niet de bedoeling hier een volledig demografisch verslag te
brengen, maar een paar cijfertjes zijn wel leuk. Het gaat nu alleen om
personen die met de naam Seijnen zijn geboren, familieleden met een
andere achternaam vallen in dit lijstje buiten de boot:
|
jaar |
aantal inwoners Amsterdam |
waarvan Seijnen
|
|
1850
1900
1950
2000
|
224.000
521.000
845.000
731.000
|
5
17
ca. 50
hooguit 10
|
?
|
|
|
EEN
WONDERBAARLIJKE TWEELING
(over Johanna Evertsen-Seijnen 1866,
Dirk en Nico Evertsen 1902)
Johanna, moeder
van zeven kinderen, was opnieuw zwanger. En flink, want ditmaal droeg ze
twee kindjes met zich mee.
Op dinsdag 18
maart 1902 was het zover: een jongetje werd geboren, hij kreeg de naam
Dirk. En toen? Gebeurde er niets. Maar Johanna was nog steeds zwanger.
Op zondag 6
april was het weer zover: een jongetje werd geboren, hij kreeg de naam
Nico.
Hoe is het mogelijk
dat Nico drie weken na zijn broertje werd geboren? Dat kon alleen
gebeuren omdat hij zo'n bijzondere moeder had: ze bezat twee
baarmoeders! Er werden twee eitjes bevrucht, een twee-eiige tweeling
dus. Alleen nestelden deze eitjes zich in twee verschillende
baarmoeders! |
|
Nu blijken vrouwen met twee baarmoeders wel vaker voor te komen, maar
dat er ook tegelijkertijd twee zwangerschappen ontstaan is wel heel
bijzonder. Wereldwijd zijn er slechts enkele van dergelijke gevallen
bekend. Indertijd werd er weinig aandacht aan geschonken. Pas in 1978
werd er over geschreven in het tijdschrift "Story".
Bronnen:
gemeentearchief Amsterdam, Lina Seijnen-Keim (1921) en Joop Seijnen
(1930) |
|
SEIJNENS EN DE DOOD
Veel Seijnens reageren nogal
lakoniek als ze horen dat een familielid is overleden. "Dood gaan we
allemaal" en "het leven gaat verder" zijn veelgehoorde kreten. Dit
betekent echter niet dat ze hier gevoelloos voor zijn. Nee, het is meer
een aangenomen houding om gevoelens te verbergen.
|
|
Deze Seijnens zijn vrolijk en joviaal, iets onaangenaams zoals de dood
past hier niet bij. Ze kunnen ook niet tegen een gespannen sfeer. Bij
plechtige of serieuze zaken voert de humor al snel de boventoon:
In een doodstille ruimte maakt iemand plotseling
(zeer luid) een grap en iedereen kan weer rustig adem halen, de spanning
is gebroken en ze beginnen allemaal door elkaar te praten, zeker als er
veel Seijnens zijn. Soms werkt zo'n grap ook helemaal verkeerd, zeker
als er geen andere Seijnens bij zijn. Goed, de grap was misschien niet
geheel gepast, maar daar ging het ook niet om. Het ging er om de sfeer
te breken, niet iedereen kan dat direkt begrijpen.
Onderstaande stukjes zijn
bijeengeraapte fragmenten van gebeurtenissen rond overlijden en begraven
in de familie.
Nachtwake
De levende zwager zegt tegen zijn overleden
zwager: "Tja, daar zitten we dan met z'n tweeën. Tenminste, jij legt
lekker. Maar ik geloof dat jij je bek niet meer opendoet." en krijgt
vervolgens de stuipen op z'n lijf als de mond van de dode wijd open
valt. Na enige aarzeling duwt hij de mond weer dicht "zo, dat is toch
effe een beter gezicht".
Een poosje later valt z'n mond weer open. Het gaat
nu moeilijker om hem weer dicht te krijgen en hij valt snel alweer open.
Als hij stijf wordt met zijn mond open is dat morgen niet zo'n leuk
gezicht voor zijn gezin. Dus dan maar een theedoek strak om zijn hoofd
geknoopt, kan die mond niet meer openvallen.
Wat duurt zo'n nacht lang...
Gelukkig komt er aflossing van de wacht. Z'n broer
komt binnen en zegt: "Wat heb je nou met hem gedaan? Hahaha! Hij lijkt
de paashaas wel!"
Naar de begrafenis
Er wordt een oom begraven. De hele familie trekt
in een stoet van karren en wagens, getrokken door paarden, richting
begraafplaats. Ergens op een kar wordt uitbundig gezongen:
|
|
Vrolijk gaat de kist
omlaag, troelala troelala,
Vrolijk gaat de kist
omlaag, troelalalalaaa!!! |
|
Het neefje, dat ook op deze
kar zit, kan geen woord uitbrengen van verbazing en hoopt maar dat ze hier in
de voorste wagen niets van kunnen horen!
Condoleance
Neef 1: Hé joh, wat doe jij hier? Dacht dat je
allang dood was?
Neef 2: Nee hoor, mijn feessie komt nog!
Neef 1: Als ze daar ook alleen slappe koffie en
cake van vorige week hebben kom ik niet!
Neef 2: Ach, je mot toch altijd effe je kop laten
zien, anders is het niet netjes.
Neef 1: Weet je nog, die keer dat ... (er worden
enkele indiscrete zaken opgediept van de overledene).
Neef 2: Ja dat was geweldig! En toen ... (het gaat
nog verder).
Neef 1: Hahahaha! Ik geloof dat ik d'r in blijf!
Hebben ze hier gelijk weer werk!
Neef 2: Maar ik geloof dat we gaan motten. De
volgende stoet staat voor de deur te trappelen.
Neef 1: Die vragen zich vast af wat hier te lachen
valt. Nou, tot kijk hè?
Neef 2: Leuk je weer is gezien te hebben, zie je
wel weer op de volgende begrafenis.
Neef 1: Ja, de jouwe of de mijne? Hahaha!
|
|
JAN IS ZIEK
(over Jan Seijnen 1910)
Zoals zo vaak bevinden Jan Seijnen en familie zich op de camping. Er is
echter een klein probleempje: Jan is ziek geworden. Hij ligt nu voor
pampus op een stretcher in de schaduw van een grote boom. Zijn vrouw
Marie brengt hem iets te drinken, Jan pakt het zwijgend aan.
|
Ze
brengt hem een goed belegde
boterham, Jan eet hem zwijgend op.
's Avonds gaat hij zwijgend de tent
in, 's morgens komt hij er stilletjes weer uit en gaat liggen op de
stretcher onder de boom. Af en toe slaat
hij zijn ogen open en kijkt wezenloos op naar de takken boven zijn
hoofd, maar zegt geen woord. Dit gaat zo'n twee weken door.
Dan zegt hij plotseling:
"Verrek! Het is een appelboom!"
Jan is blijkbaar weer beter.
Bron: Nico Seynen
(1947) |
van links naar
rechts: Rinus (broer van Marie),
Fokke (broer van
Jan), Marie en Jan Seijnen |
|
EEN VOORUITZIENDE DAME
(over Dien
Schonagen-Seijnen 1907)
Over tante Dien
Schonagen...
Als "oudere"
dame kwam ze altijd bij mijn oma op bezoek (Leen Seijnen-van Bemmel) met
de tram want een "dame" ging niet 2 haltes lopen daar begon ze niet aan.
Altijd als ze naar huis ging werden de haren in model gekapt, lippen
gestift en een beetje rouge opgedaan want je wist nooit wie je tegen
kwam uiteraard. Wel had ze een strijkbout in haar leren handtas want als
je nou toch net die halve gare tegenkwam moest je je wel kunnen
verweren...
Geweldig vond
ik dat als kind.
Een bijdrage van Ester Seijnen (1969) |
|
OPA SEIJNEN VERTELDE AAN DE
HUISKAMERTAFEL
(over Jo Seijnen 1903)
Moet je nou is
horen, m'n jongen
Ken je die bak van die metselaar?...Nou?....
Die is leeg!
Heb je hem niet zien staan hier vlak voor de deur ha yha ha!
Hoe vin jem? En dan deze:
Hoe is het koperdraad uitgevonden... He? Wat? Zeg het is...?! En wat
denk je?...
Twee Hollanders vochten om een cent...
Haaa ha ha ha ha!!! (met zakdoek de tranen van z'n ogen) Heb je het?
Snap je em?
Dat zijn wij, de krentewegers, ho ho!
Zit je lekker m'n jongen? Dan zal ik nog is een bakkie thee voor ons
zetten...
Met een vleugje melk. Zat er genoeg suiker in jongen?
Zingend gaat Opa naar de keuken...
Ik ben der nog
lang niet doorheen hoor, ha ha. Ik zal je der nog een vertellen...
Een vrouw kreeg het afgesproken bezoek van Co de behanger. En die zou de
zaak er wel weer is mooi doen uitzien! De hele dag die man vlijtig dus
aan het werk, en moeder de vrouw maar koffie brengen en broodjes had hij
zelf. Eind van de dag moeder de vrouw meer dan in haar sas!:
"ooh behanger
wat heeft u dat toch mooi gedaan zeg! Och ik zou u bijna... ach komt u is
mee, naar de slaapkamer, dan zal ik u een plekje tonen waar m'n man
altijd met z'n handen aan zit".
Co echter
gevleid: "och mevrouwtje, ik op mijn leeftijd, ik heb liever een goede
sigaar!"
Ho ho ho ho, ik lach me de tranen!
Het ging overgins over kaal stukje behang, doordat man er op steunde
altijd, met sokken aan doen...
|
M'n jongen neem nou van mijn aan, je
moet overal je kop voor gebruiken...
Ook zelfs als je een spijker in de muur slaat...
Daar moet je gewoon je kop voor gebruiken...
Heb je em... Ha ha ha hii hi hi hoo ho hoo !!
Nu, nou mag je goan, ha ha ha... of blijf je nog effe, krijg je koffie
goed verkeerd!
*
|
|
Ja opa was
een moppetapper van de bovenste plank!
En het was echt aan de huiskamertafel.
Hele middagen en soms avonden, ook als ik er is logeerde, ging het maar
door.
Ik sta verbaasd dat ik me er nog zoveel van kan herinneren, en wat me
te binnen schiet zet ik er
allemaal op.
Ik ben zelf trouwens ook een grapjas.
Alex Seijnen (1959) |
|
IK HEB STIEKEM MET HAAR
GEDANST...
(over Henk Seijnen
1951)
Een nachtelijke
duik in de Rode Zee, een Spaanse Danseres die niet wilde dansen....
((helaas, geen duikverhaal, de site
waarop dit stond bestaat niet meer)
Foto: Henk
Seijnen neemt een duik
|
|
|
FAMILIE OP HET WEB
Niet alleen op deze en de twee bovengenoemde,
ook op andere websites kom je familie tegen.
Een deel hiervan is te vinden op de pagina
Bronnen en links.
Weet je nog een website van of over iemand
uit onze familie? Geef de link even door!
|
|
GEEN VREDESDUIF
(over Nico Seijnen 1904)
De kraan moest
vervangen worden en zoiets doe je natuurlijk zelf. De meeste mensen
zouden eerst de hoofdkraan dichtdraaien, maar Nico vond dat niet nodig.
Wat, helemaal naar beneden lopen en het gat onder de grond inkruipen?
Nee, je houdt gewoon je vinger erop. Geen probleem voor een oersterke
havenarbeider die met gemak twee kerels tegelijk aankon terwijl vier
anderen hem vasthielden. Dus teiltje er onder, kraan er af en duim er
op. Maar toen moest de nieuwe kraan gemonteerd en dat viel niet mee met
één hand!
Om een lang verhaal kort te maken: het hele gezin
was verzopen, de keuken een zwembad en moeder kon alsnog naar beneden
rennen om het donkere gat in te
duiken, tastend naar de hoofdkraan.
Je zou
haast denken dat Nico een onhandige klungel was, maar dat is echt niet
waar. Uit weinig tot niets maakte hij de mooiste dingen. Dagen lang was
hij bezig, van struinen op de vuilnisbelt, buigen, sleutelen, schroeven,
smeren en oliën, tot er een zo goed als nieuwe fiets klaar stond.
Nico was niet alleen handig,
hij had nog twee bijzondere
eigenschappen. Ten eerste at hij alles. Niet zomaar alles, nee echt
ALLES! Ten tweede had hij nogal last van hevige woedeaanvallen, waarbij
je maar beter uit z'n buurt kon blijven.
Op een dag kwam hij thuis met
een joekel van een vis. Deze werd niet schoongemaakt, maar in z'n geheel
klaargemaakt en opgediend, van kop tot staart. De kinderen keken van de
ogen van de vis naar de ogen van hun vader. Moesten ze ALLES opeten? JA!
Nico had daar geen moeite mee. Schoorvoetend begonnen ze te eten,
sommige stukjes vielen wel mee, maar ja, de bordjes moesten leeg. Voorzichtig stak de oudste dochter een
stukje vel in haar mond, je kon de schubben zien zitten. Ze zag hoe haar
vader gulzig zo'n oog in zijn mond stak en kon zich niet meer
goedhouden. In één klap kotste ze alles er weer uit, waarop Nico in
woede uitbarstte en in één klap de tafel omver smeet. Het jongste dochtertje
sprong van schrik een meter de lucht in. Het was een chaos.
Niemand hoefde die dag meer vis te eten. |
|
Op dezelfde trap als Nico en
zijn gezin woonde een duivenmelker.
Af en toe sloop Nico naar de gemeenschappelijke zolder, stak zijn arm
door het gaas en tastte net zo lang in de duivenhokjes tot hij een eitje
vond. Die slurpte hij dan leeg, maar legde het altijd wel voorzichtig
terug. De buurman was natuurlijk
zeer verbaasd over de lege eitjes, tot hij Nico een keer betrapte. Toen
was hij boos. Nico, ook woedend, greep de dichtstbijzijnde duif en rukte met zijn tanden zó de kop
er af. Buurman viel stil ...
|
Het werd winter en zoon Hans was door het ijs
gezakt. Gelukkig bleef hij halverwege hangen en waren alleen zijn broek
en schoenen nat, maar hij durfde er haast niet mee thuis te komen. De
afgelopen tijd was hij al vaker in het water gevallen en hij wist zeker
dat hem een flink pak slaag van zijn vader te wachten stond. Dus sloop
hij stilletjes naar binnen, maar Nico greep hem al in zijn kraag: WAT IS
DAT? Hans mompelde nog dat het wel meeviel, maar voor hij het wist had
vader de natte broek van zijn lijf gerukt en voelden zijn koude billen plotseling roodgloeiend. IN DE VOORKAMER JIJ! bulderde Nico, terwijl hij
zijn hand liet zakken.
Daar zat Hans, in zijn verstelde onderbroek,
zachtjes te jammeren. Hij keek naar de bevroren melkflessen en hoorde
moeder thuiskomen. Waar is Hans? vroeg ze. IN DE VOORKAMER!
Kom gauw mee naar de keuken, zei moeder tegen de
verkleumde Hans. Hij durfde zijn vader niet aan te kijken toen hij langs
liep naar de keuken. Wat is er gebeurd? vroeg moeder. Hans: Ik weet
niet, kwam thuis en pa rukte zomaar de broek van m'n kont. WAT? NU NOG
LIEGEN OOK?! en Nico kwam razend op hem af. De keuken bood geen enkele uitweg,
achter hem was alleen het raam waar hij straks uit gegooid zou worden.
Moeder sprong tussenbeide en Hans glipte weg om zich te verstoppen. Hij
wist dat zijn vader een kwartiertje na een woede-uitbarsting meestal wel
weer was bijgetrokken.
Bron: Hans Seijnen (1943) |
|
ONZE GEBOORTESTAD
Amsterdam, die grote stad, die is
gebouwd op palen
en als die stad eens ommeviel, wie zal dat dan betalen?
een oud rijmpje |
|
|
DE WEDDENSCHAP
(over Cornelis Jan Seijnen 1838)
Misschien is het nog niet opgevallen, maar de
meest voorkomende naam op deze pagina is Nico. Nico, voluit Nicolaas,
ook wel kortweg Co genoemd. Niet omdat er over Nico zo veel te vertellen
valt, maar omdat er zo veel Nico's zijn waar wat over te vertellen valt.
Het begon allemaal op een zomeravond in 1875 ...
Cornelis
Jan ging naar de kroeg. Zijn tweede vrouw, hoogzwanger,
zat thuis met zijn beide dochters en vier zonen, de overgebleven kinderen
uit zijn vorige huwelijk. |
|
Heel normaal in die tijd voor
een hardwerkende timmerman om 's avonds met z'n maten in de kroeg af te
spreken en flink te zuipen. Af en toe een wedje maken, daar waren ze ook
niet vies van. En de inzet? Geld of kostbaarheden hadden ze niet, dus
werd er vanalles verzonnen. Die bewuste avond zette Cornelis Jan de
toekomstige naam van zijn ongeboren kind in. |
Glorieuze winnaar van de
weddenschap was ene Nicolaas, die houten cementmolens maakte.
En zo gebeurde het: de eerste
Nicolaas Seijnen werd op 29 augustus 1875 geboren, waarna nog vele
Nico's volgden.
Bronnen: Cornelis Jan Seijnen (1915)
en Hans Seijnen (1943) |
|
DE
SCHILDERIJEN VAN OPA
(over Cornelis Jan Seijnen 1915)
Hierbij wat foto's van
schilderijen van mijn Opa. Hij is begonnen als amateur schilder.
Indertijd had hij samen met een vriend een lijstenmakerij. Dat ging mis
en hij is toen fulltime gaan schilderen. Zijn schilderijen gingen naar
Duitsland en Amerika.
Privé gebruikte hij C.J.
Seijnen, maar zakelijk had hij meer namen: Gianni en Cristallo.
Onder
deze namen schilderde hij in opdracht verschillende landschappen.
Voor de
familie maakte hij onder eigen naam diverse landschappen, bijvoorbeeld
als huwelijkscadeau, of een clown bij de geboorte van een kind.
Hij schilderde altijd op zolder
in de Spaardammerstraat, hij woonde daar op 2 hoog.
|
|
Een bijdrage van
Sophia Koomen (1968) |
|
MEER SCHILDERIJEN VAN CJ CRISTALLO
(over
Cornelis Jan Seijnen 1915)
|
Natuurlijk zijn er overal schilderijen van Opa terecht
gekomen (zie bovenstaand stukje) en af en toe duikt er ergens weer een
op.
De foto van dit werkstuk, gesigneerd CJ. Cristallo, werd mij toegestuurd
door de eigenaar, U. Özlen, na een bezoekje aan deze website.
|
|
|
Na het plaatsen van bovenstaande foto kwam
al snel een reactie van de familie Ruiter, die al dertig jaar het
hiernaast afgebeelde schilderij aan de muur heeft hangen. Het was een
geschenk uit Oostenrijk.
Door de naam C.J. Cristallo eens op internet op te zoeken kwamen ze op
deze pagina terecht.
|
Zo volgden er nog meer mailtjes, met of zonder foto toegevoegd en één
met een hele mooie herinnering, van J. Posdijk:
"Al sinds mijn jeugd
ben ik door dit schilderij gefascineerd. Zolang ik mij kan herinneren
hing dit schilderij bij mijn ouders aan de muur. Telkens weer trok het
mijn aandacht.
Omdat in een gezin van 7 geen financiële middelen genoeg waren voor
verre vakanties, bracht dit schilderij mij naar oorden waar ik pas veel
later een bezoek kon brengen.
Fantaserend over uitheemse plekken op de aarde waar het net zo mooi weer
zou zijn met blauw water waar je heerlijk in zou kunnen zwemmen.
Zwijmelen over de eenzaamheid van de plek waar het huis staat. De
bootjes in de verte.....Ja, waar denk je aan als je jong bent...."
|
|
Nog meer schilderijden, deze zijn ingezonden door:
J. Ilmer, B. Buuts,
M. den Hollander,
G. Ebbenhorst en
R. Cooper. |
|
|
|
|
In deze mailtjes werd vaak gevraagd "is dit in Oostenrijk of
Zwitserland?", maar daar wist ik nooit een antwoord op. Deze ruige
bergen en idyllische meren, met die leuke Zwitserse en Mediterraanse
huisjes, waar vindt je die? Na wat zoeken kwam ik het volgende tegen:
|
Monte Cristallo (Ortler massief)
Monte Cristallo (Dolomieten)
|
Er staat een Monte
Cristallo op de grens van Zuid-Tirol en Lombardije (behorend tot het
Ortler massief) met een hoogte van 3431m en niet ver daar vandaan, ten
noordoosten van Cortina d'Ampezzo (in de Dolomieten), is de
Cristallogroep met een Monte Cristallo van 3221m hoogte. Beide liggen in
Noord-Italië en lijken veel op de bergen die op de schilderijen staan.
Ook zijn er in het noorden van Italië veel prachtige meren, genoeg om
inspiratie op te doen! Maar hij schilderde niet in Oostenrijk,
Zwitserland of Noord-Italië, maar gewoon thuis op zijn zolder in
Amsterdam, "fantaserend over uitheemse plekken op de aarde...." |
|
|
CJ Cristallo
(CJ Seijnen)
1915-1983 |
|
Bronnen: reacties op deze site en wat surfen op internet |
|
NOG EEN SCHILDERSTUK UIT DE FAMILIE
(over Nico Seijnen 1904)
Groot was mijn verbazing toen ik het volgende mailtje ontving: |
|
"Ik ben Jelle de Boer
en heb een schilderij van N. Seynen op een veiling gekocht maar er staan
2 puntjes op de y. Klopt dit ? Het komt uit 1944 met een Urker tafereel.
Weet u hier misschien meer vanaf en of hij ook wel eens op Urk was
geweest, of contact met iemand hierover heeft gehad. Ik ben benieuwd
naar de achtergrond en waarom hij dit schilderij heeft gemaakt." |
Natuurlijk moest dit familie zijn, want er is maar één
familie die de naam Seijnen spelt zoals wij, en de voorletter N kon
natuurlijk alleen maar van Nicolaas zijn.
Na enig navragen bleek dat de broer van de schilder Cornelis Jan
Seijnen (Cristallo), die Nicolaas heet, ook wel eens in zijn vrije tijd geschilderd
heeft. Deze Nico signeerde zijn schilderijen altijd met N.S. of |
|
N.Seijnen, waarbij hij (zoals hier) allemaal hoofdletters gebruikte en meestal
zette hij er ook een jaartal bij. Over Urk en 1944 is niets bekend,
maar er is wel nog een leuke anecdote bij te vertellen: in de oorlog kon
Nico geen penselen kopen, dus maakte hij ze zelf. Daarvoor gebruikte hij
het haar van zijn vrouw, zij had dik zwart haar.
Bronnen: reactie op deze site en
Hans Seijnen (1943) |
|
MEER SCHILDERS IN DE FAMILIE
(over Jo Seijnen 1903)
En nog groter was mijn verbazing toen ik dit mailtje ontving: |
|
"Beste
Familie seynen,
Ik heb een geschilderd man met pijp schilderij, gesigneerd met Jo
Seynen. Zal wel DE Jo Seynen zijn. De man of boer met rode sjaal met
witte noppen staat er duidelijk op. Ik wilde het op marktplaats zetten,
en eerst even kijken of hij bekend is. Als u het leuk vindt stuur ik nog
een foto van het schilderij.
Met vriendelijke groet, Gerrie."
|
Dus nog een schilder in de familie! Geen puntjes op de ij, maar dat is
geheel persoonlijk en komt wel vaker voor in handschriften, al is de
officiële spelling met puntjes. DE Jo Seijnen kan alleen de neef van de
hier bovenstaande broers Cornelis Jan (Cristallo) en Nico Seijnen zijn,
maar om het zeker te weten toch even navraag gadaan bij zijn zoon:
|
"In reactie op jou vraag over het schilderij, ik
denk wel, dat het schilderij door mijn vader is geschilderd. In elk
geval, de naam vermelding rechts onder in het schilderij, zo werden wel
zijn schilderijen ondertekend!
Mijn vader had een schildersbedrijf. In zijn vrije tijd had hij als
hobby, om schilderijen te maken en dat deed hij al zijn hele leven. Soms
werden schilderijen verkocht aan particulieren. Veel schilderijen zijn
bij familieleden terecht gekomen. Ik heb eerlijk gezegd, geen idéé
hoeveel schilderijen er bij mensen aan de muur hangen!" |
|
Bronnen: reactie op deze site en
Joop Seijnen (1930) |
|
OPA JO SEIJNEN
(over Jo Seijnen 1903)
Opa_Jo Seijnen had meestal (altijd - onze speciale
band -) alleen aandacht voor, en legde van alles uit aan, Alex.
Meestal aan de huiskamertafel, soms in de knutselkamer.
Als Hennie + Joop (+ Bep) er waren, zaten ze altijd apart te praten van
Jo en Alex.
Alex kreeg boeken te lezen waar hij alleen met gewassen handen aan mocht
zitten. En na 10 min. (van: heb je 't stukje al uit?) ging Opa het
uitleggen.
Opa vertelde uitgebreid in geuren en kleuren van z'n levensverhalen;
werkte ooit kort bij Politie en Brandweer, met vele humor situaties; in
WO2 bracht hij nog geld in het laatje, door langs winkels te gaan en aan
te bieden de Gevel-Letters te schilderen; enz enz.
Opa was een boeiend en autodidact ontwikkeld mens, nonconformistisch en
met liefde voor nacht-radiopiraten en radiotechniek!
Z'n eigen RADIO gebouwd, en gaf die aan...Alex (Die heb ik nog -2005- en
werkt). Opa vond het erg leuk dat ik die radio_Kwelktonica noemde en
later had omgebouwd tot zender, met een slim buizen-voetje, waarmee ie
zo weer ontvanger werd, zodat de radio-controle-dienst "RCD_Klaas Eiere"
me na eventueel uitpeilen/aanbellen, nooit kon (op)pakken.
Toen ik dit erbij vertelde, als jochie van 7 of 8, lachte Opa zich
de_tranen_met_zakdoek en ging het al z'n buren enthousiast vertellen!
Dit was natuurlijk NIET Alex bedoeling, want wilde niet tegen de lamp
lopen...
Opa was het, die Alex z'n 1e GITAAR gaf! En de 1e John Fahey_LP! Dus Opa
heeft de meest sturende inputs gehad, die Alex leven hebben gevormd!
M.b.t. Opa's humor
*:
Hennie vond het niet veel; Oma werd regelmatig er boos om (van: dat kan
je toch niet zeggen, tegen die jongen!) op Opa; Joop kon er soms om
grinniken.
Opa was een allround geinteresseerde man:
anatomie (medicatie / geneeskunde): biologie (flora / fauna):
sterrekunde (planeten / deepspace):
muziek (accordeon + zingen + mondharmonica): quantumMechanica (elementen
/ moleculen, Heelal / antiheelal, antiMaterie, tijd en ruimte):
werktuigbouwkunde (brugontwerpen artestiek /
spankrachtverhoudingen-kracht maal arm- van: = kijk zo wordt dat
berekend =):
schilderen (huizen + schilderijen): kon jehova's uit Bijbel weerleggen:
klokken: zeer handig (2 rechter handen, wat ie dacht kon ie maken):
e.v.a. Hield van vissen, Alex vond dat dierenbeulerij.
Altijd even zonnig gehumeurd en kon uitmuntend mopperen. Nooit ziek,
sterk hart. Wetenschappelijk en artestiek op hoogte.
Kort om: een Opa naar Alex hart!
Een bijdrage van Alex Seijnen (1959)
* zie:
opa Seijnen vertelde aan de huiskamertafel |
|
WAAR EEN "SIMPEL" MAILTJE TOE KAN LEIDEN
(over Harry Slabäk 1944 en
Dominique Vink-van Dongen 1957)
Op een dag komt er via deze site een mailtje binnen van ene Harry Slabäk, alias Han,
die zich voorstelt als Dirk Jacobus maar geboren is als de Jong en
vrolijk afsluit met Co.
Snap je 'm???
Tussen alle namen door schrijft
hij: "Graag wil ik telefonisch kontakt voor informatie" en geeft z'n
telefoonnummer.
Dus snel bellen, want dit vraagt om opheldering!
Wat blijkt: in 1944 is hij geboren als Dirk Jacobus de Jong, kortweg Co.
Hij was 1 jaar oud toen zijn vader stierf en zijn jonge moeder hem
afstond aan het echtpaar Slabäk. Ze noemden hem Hanny, toen hij groter
werd Han, zijn achternaam werd veranderd in Slabäk en pas toen hij bijna
volwassen was hoorde hij over zijn werkelijke afkomst. Later veranderde
hij Han in Harry en vroeg zich af wat er van zijn biologische moeder was
geworden.
Na het nodige speurwerk kwam hij daar achter, hij had zelfs zusjes en
een broertje! Maar ja, mensen verhuizen, kinderen gaan de deur uit en
hij verloor zijn familie weer uit het oog...
Jaren later zoekt Harry op internet de meisjesnaam van zijn moeder en
vindt haar al snel op deze site. Helaas, geen extra informatie! De naam
van zijn moeder kwam uit het gemeente-archief
Amsterdam en van haar jongste kinderen was alleen hun roepnaam bekend. Niemand wist waar ze woonden. Nu wist hij
zelf wel hun achternaam, maar zijn zussen zouden waarschijnlijk inmiddels
getrouwd zijn. Hoe spoor je deze mensen op? |
Broer en zus weer samen |
Met heel weinig aanknopingspunten
besloten we toch een zoektocht in te zetten. Telefoonboek en internet
werden op z'n kop gezet, ze zouden gevonden worden! Een hectisch gedoe
van mailen en bellen volgde. Natuurlijk was het zoeken naar de bekende
naald... Het was dan wel
hectisch, het duurde maar kort. Vijf dagen na Harry's mailtje komt er
nog een mailtje uit de lucht vallen, van niemand minder dan..... een zus
van Harry! Toevallig had ze op internet de meisjesnaam van haar moeder
gezocht. En over haar oudste broer? Daar was ze zelf ook al jaren naar
op zoek! |
Is het niet wonderlijk dat een broer en een zus die elkaar al bijna 30
jaar kwijt zijn binnen dezelfde week hun moeder op deze site ontdekken
en een mailtje sturen?
Bron: reacties op deze site |
|
VERVOLG
Mocht je na het lezen van deze familieschetsen nog iets te binnen
schieten wat hier aan toegevoegd kan worden, LAAT HET EVEN WETEN!
Reacties op de schetsen zijn echter ook van harte welkom!
Het adres staat rechts boven aan de pagina onder "contact".
|
Daar kom je het snelst door op
te klikken.
Als je je verhaal liever wilt vertellen i.p.v. opschrijven kan dat ook,
daarvoor maken we gewoon een afspraak.
Verder wil ik iedereen die aan deze pagina heeft meegewerkt hartelijk
bedanken!
Manuela Seijnen (1963) |
|
|
|